zondag 21 december 2014

2014 in albums en EP's

Evident en onbetwistbaar de beste 20 albums van 2014. Vanuit objectief journalistiek oogpunt.
  1. Sun Kil Moon - Benji
  2. Poino - Bon Ick Voyeur
  3. Survival Knife - Loose Power
  4. Spoelstra - Sports and Finance
  5. Sleep Gunner - Plays the Louvin Brothers Songbook pt. I
  6. Yards - EP2
  7. Yautja - Songs of Descent
  8. Aphex Twin - Syro
  9. The Bad Plus - Inevitable Western
  10. Zebulon Pike - Nostalgia For The Unreal
  11. Lazer/Wulf - The Beast of Left and Right
  12. Noxagt - Brutage
  13. Bohren & Der Club of Gore - Piano Nights
  14. Caustic Window - s/t
  15. Child Abuse - Trouble in Paradise
  16. Motorpsycho - The Motorpnakotic Fragments
  17. Mastodon - Once More Round The Sun
  18. Dead Rider - Chills On Glass
  19. Deerhoof - La Isla Bonita
  20. Tara Jane O'Neill - Where Shine New Lights

zondag 7 december 2014

Gone Bald - Drama Rock

 
Het is lastig om goede parallelen te bedenken voor de Amsterdamse noiserockband Gone Bald. Kort geleden vierde de band zijn twintigjarig bestaan en wel op een geslaagde avond in de Occii, met het Italiaanse Zu. Er zijn misschien genoeg bands te bedenken die zich in hetzelfde muzikale universum bevinden, maar ik kan me geen andere band te bedenken met een vergelijkbare geschiedenis. Laat staan in Nederland.

Gone Bald is niet meer wat het geweest is, maar dat was eigenlijk nooit anders: het is nooit lang gebleven wat het daarvoor ooit was. Ivica Kosavic, een eeuwigheid geleden vertrokken vanuit Zagreb, Kroatië naar Amsterdam om met zijn band Gone Bald de wereld te veroveren, lijkt nog immer te leven voor zijn band. Hij heeft zijn muziek nooit bewust een millimeter aangepast om een groter publiek aan te boren. Je houdt ervan of niet. Dat geldt voor zijn muziek en vooral ook voor de muzikale relatie die je met hem aangaat als je in de band Gone Bald speelt. Als je geen honderd procent geeft, dan houdt het al snel op. Voor iets anders dan de muziek hoef je het echt niet te doen, er moet harde en intense noiserock gemaakt worden en wel in een stijl die zich qua tijdsgeest in de vroege jaren negentig bevindt, gefilterd door Kosavic' zintuigen. Op deze manier versleet Kosavic al legio drummers en bassisten. Sinds 2009 was Gone Bald slechts nog een gitaar/drums-duo. Tot 2007 was Gone Bald een trio (met bassist Stijn Dissen, nu Garcon Taupe en drummer Jeroen Warntjes, nu Spoelstra) dat tot dan toe een aantal jaar lang op een redelijk stabiele manier stand hield. In 2009 heeft Gone Bald nog eenmaal in trioformatie opgetreden, de baritongitarist hield het na dat optreden voor gezien. Drummer Assi werd een jaar of twee later vervangen door Marc, die op het jongste album te horen is. Marc vertrok echter ook vrij snel weer en Ivica vond in 'Professor' Lutz de nieuwste drummer van Gone Bald.

Gone Bald heeft tig albums op zijn naam staan. Mijns inziens was het hoogtepunt van de band de triobezetting met de hiervoor genoemde Jeroen en Stijn. Heel valide kan dat oordeel niet zijn, want ik had de band nooit gezien met eerdere bezettingen. Maar het was hoe dan ook een gouden periode in de geschiedenis van Gone Bald. Fantastische platen (Exotic Klaustrofobia, 100 Ways To Become Cool) en intense optredens. De cocktail van uitermate bij de keel grijpende nummers en een laaiend strakke band heeft er toen voor gezorgd dat ik Gone Bald-fan werd.

Het zou te makkelijk zijn om te zeggen dat alles na deze periode niet zo boeiend meer was. Er is zo iets als het syndroom van het eerste album; als je verliefd bent geworden op een band vanwege het eerste album wat je van ze hoort, is de kans groot dat de rest niet zo'n grote indruk zal maken. Nu heeft Gone Bald al zoveel muziek uitgebracht dat hét topalbum van deze band voor iedereen anders zal zijn. Toch miste ik op het eerste album opgenomen in duoformatie, Waiting It Out, een soort beteugeling van ideeën. Veel nummers waren lang, wat op zich niet erg is, maar wel als het langdradig wordt door bijvoorbeeld te veel herhalende riffs die steeds net iets te weinig afwijken. Dat was op die plaat zeker niet bij elk nummer aan de hand, Fracture of Radius en Christmas Song waren bijvoorbeeld erg goed.

Drama Rock is de opvolger van Waiting It Out en wat me gelijk opvalt is dat bij maar liefst vijf van de acht songs de speelduur rond de 3 à 4 minuten is. Wellicht heeft Kosavic zich toch iets van kritieken over te lange nummers aangetrokken, of wellicht dienden de kortere nummers zich geheel op natuurlijke wijze aan. Wat ook direct opvalt is de rauwheid van het geluid. Het klinkt alsof Gone Bald het met de beperkte middelen moest doen die beschikbaar waren. En eerlijk gezegd is dat gelijk een van de beste aspecten aan het album. Als er één band is waar een rauw geluid goed bij past, is het Gone Bald. Erg geproduceerd heeft de band nooit geklonken maar nu klinkt het alsof je in een kamertje staat tussen de gitarist en drummer in, alsof je het zweet van de muzikanten kunt ruiken. En het klinkt zeker alsof er gezweet is. Tot zover rockmuziek zoals het hoort.

Opener The Handkerchief Syndrome is waarschijnlijk het meest pakkend van alle nummers. Mooi tussenstukje halverwege met veel reverb. De eerste helft van Enemy Of Insomnia is het meest basic van alle Gone Bald-nummers die ik gehoord heb. Voor deze band is dat geen slechte ontwikkeling dacht ik. Something Happened With Time mist iets aan beklijvendheid. Dan een nummer met de titel Sometimes I Really Hate The Exclamation Mark! dat weer wat meer to the point is.

Lethargy For Lunch en Diva duren samen langer dan de eerste vier nummers bij elkaar. De eerste van de twee heeft zeker meeslepende stukken en valt op door de ingetogen manier van zingen. Maar op gegeven moment beland je in een stuk wat veel te lang duurt. Hier hadden meer darlings mogen worden gekilld. Dat geldt al helemaal voor het tien minuten durende Diva. Ook weer: een aantal interessante stukken, maar niet genoeg om het nummer zo lang gaande te houden.

Opvallend dat daarna ineens een Big Black cover is gebruikt. Qua geluid misstaat het nummer zeker niet op Drama Rock, maar een cover op een Gone Bald album is in ieder geval al flink aantal jaren niet gebeurd, als het al ooit is voorgekomen. Het vervreemdende akkoord waar afsluiter Caged Heart mee begint is een intrigerende manier om de aandacht te vestigen, maar het nummer lijdt voor een groot deel weer aan het syndroom van te lang doorgaan met te weinig pakkende middelen.

De drummer op dit album is Marc, die eerder te horen was op Soul Vacation In Rehab Clinic. Tijdens Gone Balds optreden in de Occii (met dus huidige, en inmiddels erg strakke drummer Lutz) werden veel nieuwere nummers gespeeld, van na Drama Rock. Eén daarvan had een stevige moshriff met veel stops. Ik ben gelijk weer erg benieuwd naar wat voor album er nu weer zal gaan volgen.

Gone Bald is er nog steeds en doet nog immer precies waar het zin in heeft, ongestoord door eventuele gevolgen van dat eigenwijze. Of dat bewonderenswaardig is of onverstandig doet allang niet meer echt ter zake. Die intense noiserock zal gemaakt worden tot Kosavic erbij neervalt.

In eigen beheer uitgebracht als gratis download en als gelimiteerde CD.

maandag 7 april 2014

Bohren und der Club of Gore - Piano Nights



Bohren und der Club of Gore. Een bandnaam die ongeveer hetzelfde gevoel oproept als de hoes van hun nieuwe album, Piano Nights dus. Iets duisters, Duitsers en ranzigs. Van die omschrijving komt in hun muziek alleen het duistere aspect terug. De band omschrijft hun muziek als 'doom ridden jazz music' en dat is de spijker op zijn kop. Ik heb voor dit album uitkwam alleen hun in 2002 uitgekomen stukje grafjazz 'Black Earth' geluisterd en hoewel tussen dat album en Piano Nights nog het een en ander is uitgebracht, is hun jongste muzikale luiaard een vrij logisch vervolg op dat album.

Het zou mij heel grappig lijken als op een gabberfeest ineens de muziek stop wordt gezet om het voor de rest van de avond te vervangen door Piano Nights op repeat. Althans, als iemand anders dan ik dat feest organiseert. Elk nummer op deze plaat heeft namelijk het tempo van iemand die zich heeft laten overrijden door een tank en met dat vehikel nog op diens rug alsnog een stukje wil voortbewegen. Die vergelijking gaat uitsluitend voor het tempo op, want Bohren weet met dit tempo toch een elegant soort jazz te maken. Probeer dat maar eens met een tank op je rug.

Alle nummers zijn instrumentaal en de beschrijving op Discogs leert mij dat ze daartoe geïnspireerd werden door het Nederlandse repetitieve metalriffbeest Gore, waarna ze die naam dus ook maar toevoegden aan hun bandnaam die daarvoor alleen 'Bohren' was. Ik zie daar ook dat iedereen in de band uit verschillende grind-/hardcore en deathmetalbands komen. Wel wel. Dit is dus nogal wat anders. De muziek roept een sterke late night-achtige sfeer op, waarbij er niet zozeer sprake is van individuele uitschieters als wel van een heel album van hoge kwaliteit. Wat verfrissend is: Bohren doet niet aan soundscapes of drones, iets wat in het trage/sferische/duistere stukje van het muzikale spectrum vrij veel voorkomt, maar juist aan liedjes. Héle trage liedjes welteverstaan, met reverbgitaar, bas, sax, drums en iets wat op keyboards lijkt. Dat laatste klinkt in een enkel geval misschien net wat cheesy maar dat mag, zoals een goeie horrorfilm ook best cheesy mag zijn.

Al met al een mooie plaat. Een soort jazz-alternatief op doomcountryband Earth. Typische sfeermuziek die duidelijk niet voor ieder moment geschikt is, maar op het juiste ogenblik werkt het erg goed.

Uit op cd en vinyl bij Pias/Ipecac

Bohren und der Club of Gore

vrijdag 4 april 2014

Spoelstra - Sports and Finance





Soms zijn de reacties in die media, of juist het gebrek daaraan, op het wereldkundig maken van een album zo aanmatigend dat je bijna zelf een tijdschrift, webzine of blog zou beginnen om eens een ander geluid te laten horen. Laat ik beginnen met een blog en laat ik beginnen met het album Sports and Finance van Haags artiest Spoelstra.


Aanmatigend? Who cares. Nou, ik dus eigenlijk. In een land waar de muzikale focus op de gemiddelde radiozender, popfestival of geschreven media-uiting zoveel mogelijk gericht is op 'als het maar lekker in het gehoor ligt', is iets subversiefs of ook maar afwijkends nogal een opluchting. Aangezien alles wat ertoe kan leiden dat de kijker of luisteraar wegzapt met zo'n grote boog wordt vermeden, lijkt het soms wel alsof er niks interessants, unieks of subversiefs (meer) gebeurt op muzikaal vlak in Nederland. Niet dat Spoelstra pakweg dertig jaar geleden wel was uitgenodigd om op te treden in Toppop, maar de vertrutting lijkt op muzikaal vlak in de mainstream media het monopolie te te hebben. En mensen wennen eraan. Ik had een collega die wat muziek betreft echt van 'alles' hield. Althans, geen harde herrie dan. Haar vriend zette nog wel eens een cd van Phil Collins of Coldplay op, dat soort lawaai ging haar echt te ver. Regering, voed uw burgers in godsnaam opnieuw op.

Bovenstaande is natuurlijk gekkigheid en het maakt mij geen donder uit waar de gemiddelde kantoorcollega blij van wordt. De tijd dat ik oprecht kwaad kon worden om iemands smaak, heb ik ver achter me gelaten. Dat was een ongelukkige en weinig sociale tijd, zullen we maar zeggen. Afijn, Spoelstra dus. Je zou kunnen zeggen dat hij de gekke professor is van de Nederlandse underground. Met een onstuimig verleden in bands als Gone Bald, Boutros Bubba, De Reizende Verkoper, Crowd Surfers Must Die en meer, als zowel gitarist, drummer en zanger, blijft ieder van Spoelstra's muzikale bouwwerken op zijn minst iets spannends om naar uit te kijken. Als je tenminste van muziek houdt die de hierboven beschreven kantoorcollega waarschijnlijk van vriendelijke huisvrouw tot seriemoordenaar zou doen veranderen. Beschik je over een muzikaal referentiekader waarin niets voorkomt wat in de buurt zit van ongebruikelijke structuren, dissonanten, afwijkende maatsoorten, free jazz, dadaïsme, opgefokte electro of geestverruimende psychedelica, dan zal Sports and Finance overkomen als iets heel vreemds, onsamenhangends of gewoon herrie.

Dat dit album bovenstaande ingrediënten allemaal bevat, wil echter niet zeggen dat er geen sprake is van focus. Sterker, Spoelstra heeft hier, op zijn manier, zijn tot nog toe beste en meest samenhangende plaat gemaakt. Zijn kracht ligt in het verwerken van de meest tegendraadse en soms ronduit wacky melodieën en ritmes in sterke liedjes. Jawel, het popjournalistieke kotscliché 'songs met kop en staart' is zelfs van toepassing. Er is namelijk geen enkel moment op deze plaat waar Spoelstra er maar wat op los jamt of improviseert. Alle structuren, melodieën en tegendraadse ritmes passen perfect in elkaar, hoewel dat op eerste gehoor misschien niet zo lijkt. Dat vereist heel veel muzikaal talent. Elk moment op de plaat is schier onnavolgbaar, maar Spoelstra weet precies wat hij doet.

Op zijn eerste EP 'I've Got Issues The Shape of Italy' maakte Spoelstra nog voornamelijk muziek die zich laat omschrijven als country-gerelateerde curiositeiten, het daarop volgende The Almighty Internet was echter een soort naïeve electro. Daarna volgde Pallets waarin beide ingrediënten voor het eerst samen in songs werden verwerkt. Op Sports zijn electro en country als hoofdmoot in kleine stukjes gehakt, gemixt met noise(rock), psychedelica en jazz door de Spoelstra-mangel gehaald. Om het vervolgens op te dienen met zijn best klinkende productie tot nu toe. En als je al een afkeer had van zijn muziek had, wees gewaarschuwd, hij doet er dit keer nog een paar schepjes bovenop.

Dat doet hij door vooral zo ver mogelijk uit de buurt te blijven van alles wat naar muzikale clichés riekt. Nu is dat altijd al een leidend onderdeel van zijn muziek geweest, maar zijn muziek wordt ook niet met de jaren wat toegankelijker, zoals je soms ziet. Au contraire. Het valt dan ook niet mee om een vergelijking te trekken met andere artiesten. De noiserock-georiënteerde nummers Hell and Safety en Piss and Chips doen enigszins aan Amerikaans mathrock-outfit Yowie denken, of misschien aan US Maple, uit diezelfde hoek. Hit And Miss Florida zou misschien van een wat naïevere versie van Aphex Twin afkomstig kunnen zijn, en het titelnummer ook nog wel. Er is alleen niemand die Spoelstra's soort muziek op zijn manier maakt. Zijn keuze om solo muziek te maken heeft hem alle vrijheid gegeven om muzikale gekte tot in het extreme door te voeren.

Kleine kanttekening. Als je in je eentje een hele band simuleert zoals Spoelstra hier doet, en zeker op een technisch en mathematisch zo ingewikkelde manier, is het misschien lastig om dat alles nog spontaan en intuïtief te laten klinken. Het nadeel van clichés vermijden, is misschien dat het op sommige momenten wat berekenend gaat klinken en dat de rauwheid die je bij livebands van dit kaliber ziet, wat verloren gaat. Dit is niet meer dan een onbetekenend smetje op het blazoen van een muzikaal surrealistische, bizarre en volstrekt unieke wereld. Als het nog niet duidelijk was: ik vind het fucking vet en liefhebbers van zeer ontraditionele muziek in het algemeen zouden hier zeker een keer aandacht aan moeten schenken.

Uit op vinyl bij Narrominded/Vloeken Tegen Bont
Luister zelf
Narrominded